Die ‘oude standaard’ - een bloem zonder vlekje, zonder afwijking - is lang ons ideaalbeeld geweest. Maar dat beeld staat haaks op de realiteit van duurzaam telen. We kunnen niet blijven vasthouden aan een perfect ogend product én tegelijk minder chemie willen.
Dat vraagt om een nieuwe definitie van kwaliteit. Een die ruimte biedt voor echtheid, voor karakter, voor het verhaal achter de bloem. In andere sectoren zien we het al: kromme komkommers zijn geen afval meer, maar juist een teken van minder verspilling. Waarom zouden we dan bij bloemen blijven vasthouden aan klinische perfectie?
Duurzaam telen betekent soms: een kromme steel, een stipje op het blad, of een zichtbaar spoor van leven. Geen fouten, maar kenmerken van een bloem die met aandacht en respect is grootgebracht. Het is tijd om ook die imperfectie te omarmen - en de schoonheid ervan te laten zien. Daarvoor is samenwerking nodig. En een verhaal dat klopt - van kas tot toonbank